De kerk speelde bij ons best een belangrijke rol, twee keer per week naar de kerk, zondagsschool en later nog naar cathechisatie en jeugdvereniging.
Dat laatste was wel leuk, gingen we ook naar die jeugddagen met de trein met zijn allen er naar toe. Meestal was er dan zingen, wat vertellen maar ook cabaret.
Hoe arm ze het ook zelf hadden voor de collecte was altijd geld voor alle kinderen, terwijl ik denk dat mijn moeder het zelf beter had kunnen gebruiken.
Een paar pepermuntjes mee.
Ik weet nog hoeveel keren ik de glas-in-lood ramen geteld heb tijdens te kerkdienst.
Ik moest tot mijn zestiende ook iedere zondag mee naar de kerk. Daarna heb ik me langzaam maar zeker ontworsteld aan al dat heilige moeten. Helaas was onze kerk een plomp gebouw uit de jaren 60. Geen mooie ramen om te tellen.
Niet de glas in lood ramen maar de tas van m’n moeder kan ik uittekenen, tijdens de kerkdiensten mocht ik daar soms mee “spelen” , voor kinderen duren kerkdiensten natuurlijk véél te lang.
Wij hadden ook een mooie kerk met mooie beelden en glas-in-lood ramen.
En iedere zondag vaste prik naar de kerk was bij ons ook gewoonte. Maar ik vond het niet eerlijk, mijn vader ging zelf nooit. Tot ik trouwde heb ik het toch maar volgehouden…