SONY DSC
SONY DSC
SONY DSC
SONY DSC
SONY DSC
Afgelopen weekend gingen we fietsen naar het Uddelermeer en daar een stuk wandelen. Ik had er nog nooit van gehoord een pingoruïne, voor Wim als cultuurhistoricus en jaren gewerkt als archeoloog bekend terrein. Voordat we het bord konden lezen had hij mij het hele verhaal over het ontstaan al verteld.
Ik heb de tekst maar overgenomen van de gemeente Apeldoorn waaronder Uddel valt. Leuk dat er naast de geologische verklaring ook een mythisch verhaal te lezen is. Naast de interessante verhalen was het er ook een prachtige omgeving, nog doorgefietst naar Elspeet en daarna via de kroondomeinen weer terug naar het stadscentrum. Echt een mooie route van een km of 40, wel heuveltje op en heuveltje af, wat ben ik blij dat ik ook daar een E-bike heb. 😉 Onderweg nog op een boom een vliegend hert gespot. De grootste keversoort in Nederland. En buiten op een terrasje wat eten met uitzicht op het Uddelermeer was ook niet verkeerd.
In de gemeente Apeldoorn vind je het Uddelermeer. Het Uddelermeer is geen gewoon meer maar een geologisch overblijfsel uit de laatste ijstijd. Het is een zogeheten pingoruïne, een ingestorte ijsheuvel. Naast het meer ligt de Huneschans, een middeleeuwse ringwalburg. Het meer en de burcht vormen samen al eeuwenlang een spannende combinatie waarbij de Dondergod, Donar, een belangrijke rol speelt.
De oorsprong van het Uddelermeer ligt in de laatste ijstijd, zo’n 15.000-20.000 jaar geleden. Het meer is circa 200 bij 300 meter. Het is een eigenaardig meer omdat het zich midden op de hoge zandgronden van de Veluwe bevindt, ver boven het eigenlijke grondwaterniveau.
Het meer ligt 24 meter boven zeeniveau en dat is voor een natuurlijke meer in Nederland erg hoog. Je zou verwachten dat het water hier onmiddellijk in de zandgrond zou wegzakken, maar blijkbaar gebeurt dat niet. Een ingestorte ijsheuvel, oftewel een pingoruïne en één van de grootste in haar soort in Nederland. Daarnaast wordt het sediment op de bodem gebruikt als een ononderbroken geologisch archief van het klimaat vanaf de laatste ijstijd tot heden.
De naam pingoruïne stamt af van pingo, de taal van de eskimo’s, en betekent ‘heuvel die groeit’. Een pingo is een heuvel in het landschap waaronder zich een ijslens bevindt. Pingo’s bestaan daarom alleen in gebieden met een heel koud klimaat. Tegenwoordig vinden we deze pingo’s in bijvoorbeeld Alaska en Groenland.
Het Uddelermeer bleek voor de prehistorische mens een aantrekkelijke woonomgeving, want rond het meer zijn veel sporen gevonden uit de Trechterbekercultuur. De boeren verbouwden er op kleine akkers rondom hun huizen een van de vroegst gecultiveerde tarwesoorten genaamd eenkoorn en emmertarwe.
Pal naast het meer is nog steeds een immense aarden versterking (ringwalburg) uit de Middeleeuwen te zien. Deze Hunneschans lag strategisch op een kruispunt van routes. De grachten werden gevoed door het water uit het Uddelermeer.
De verhalen van Donar, de dondergod, over het ontstaan van het Uddelermeer
Donar, de dondergod, is een belangrijk persoon in het ontstaan van het Uddelermeer en de Hunneschans.
Sage Uddelermeer
Volgens de sage zijn het Uddelermeer en het nabijgelegen Bleek Meer ontstaan toen Donar, de dondergod, de kop van een reuzenslang insloeg en daarbij zijn hamer verloor. Slang en hamer stortten neer en sloegen een gat in de grond van wel zeven mijlen diep. Donar raakte echter bedwelmd door de giftige adem van de slang. De dondergod viel
daardoor uit zijn strijdwagen en kwam vlak bij de slang op aarde terecht. Zo ontstond een tweede gat. Na een periode waarin een ontzaglijke winterreus opperheerschappij
voerde, bleven er twee meren achter. Het meer waar de slang en de hamer waren terecht kwamen noemde men het Uttiloch (Uddelermeer) en het andere
het Godenmeer of Witte Meer (Bleeke Meer).
SONY DSC
SONY DSC
SONY DSC
SONY DSC
SONY DSC
Sage Hunneschans
De sage over het ontstaan van de Hunnschans grijpt terug naar de tijd dat er nog reuzen op de Veluwe woonden. De reus van Uddel schrok op een nacht wakker van een hevige donderslag, gevolgd door een ontzettend gekraak. Donar, de dondergod en ergste vijand van het reuzengeslacht, kwam met oorverdovend lawaai voorbij gereden en verbrijzelde met één mokerslag de broodoven van de reus. Wat overbleef was de rand van de oven, die we vandaag nog terug kunnen zien als de Hunneschans.
Uddelermeer tegenwoordig
Het Uddelermeer was vroeger groter dan zoals het tegenwoordig is. Na 1857 heeft men een gedeelte ingepolderd. Vroeger ging men in het Uddelermeer de schapen wassen voor men ze ging scheren. Jaren lang was er de gelegenheid om te zwemmen, maar dit is al tientallen jaren niet meer het geval i.v.m. onder andere de blauwalg.
Het Uddelermeer is langzaam maar zeker aan het dichtslibben.Het water is nog maar een paar meter diep. Voor wetenschappers ligt er een vrijwel uniek, historisch archief van o.a. stuifmeelpollen.