Lucht

Het nieuwe woord voor deze maand van Plato’s WE300 is dit keer Lucht.

Als kind kon ze er eindeloos naar kijken, liggend op haar rug in het gras, iedere keer zag het er anders uit.  Daar zag ze een grote aap en daar een oude man met een baard, een mooi schilderij dat soms meteen weer was verdwenen.

Uren kon ze liggen fantaseren, kijkend naar de wolken.

Ze kwam uit een heel warm nest met vier zussen en broers waar iedereen altijd warm verwelkomd werd  dus was het kleine huis met grote regelmaat voor haar gevoel overvol.

En zij had het zo nu en dan even nodig om het te ontvluchten, even wat ruimer kunnen ademhalen en dan ging ze naar buiten.

In het voorjaar snoof ze die zo speciale geur op die zo kenmerkend is voor dit seizoen en de belofte inhoudt van een zomer die er weer aan komt.  De bomen en planten zie zich klaarmaken om uit te barsten in een overvloed van groen.

In de zomer betekende dat liggen in het gras en kijken naar de wolken die langs de blauwe hemelboog met elkaar spelen. Iedere keer weer nieuwe beelden ontdekken en zo haar gedachten de vrijheid geven.

In de herfst waren het de jagende wolken die haar aantrokken, liefst ging ze dan wandelen langs de rivier, even haar jas open om de wind op te vangen. Langs het water,  die speciale geur ruiken, kijken naar de witte koppen op de golven en het opspattende water voelen.

In de winter, natuurlijk het liefst door dikke lagen sneeuw baggeren, met rode wangen en schitterende ogen weer thuis komen.
De ijle atmosfeer en dat speciale licht in de polder waar ze overal de schaatsers op de sloten ziet rijden.

En ook na zoveel jaren trekt nog steeds het naar buiten gaan en voelt ze zich weer even dat kind van toen.

Meer verhalen op:  http://platoonline.wordpress.com/2012/09/23/we-300-een-nieuw-woord-een-nieuw-geluid/

plaatje internet.